Foto: Peter Valckx

‘ALLEEN DE GALAFOTO IN DE GANG HING ER TOEN OOK AL’

Rianne Lindhout10 February 2016

Brechje Ronkes stond eind 2001 in Advalvas met haar piepkleine studentenkamer. Hoe woont de toenmalige geneeskundestudent nu? Ze woont nog in Amsterdam, maar misschien niet meer voor lang.

Brechje Ronkes

“Ik vind het hilarisch dat ik zeven jaar in dat kleine hokje van 5,4 vierkante meter heb gewoond. Ik miste de ruimte om er met vriendinnen te eten en had niks met de twee andere bewoners, maar het was wel mooi dat ik niet zo veel troep van huisgenoten had en me lekker kon terugtrekken op dat kamertje.

“Nu is mijn leven totaal anders. Ik woon met mijn man en kinderen van 4 en 2 jaar in een appartement van 120 vierkante meter. Hier staat niets meer uit mijn studentenkamer. Daar was alles van Ikea en vermaakt omdat het anders nog niet paste. Alleen de galafoto die in de gang hangt, had ik toen ook al. Joost en ik zijn dorpsliefdes, we kennen elkaar van de middelbare school in Lisse. Hij is drie jaar ouder en vroeg mij mee naar het gala van roeivereniging Nereus toen ik nog op school zat. Daarna raakte het aan.

Aan alles zit een verhaal

“Ik ben een Jugendstil- en retro-lover. Veel spullen in ons huis zijn tweedehands, aan alles zit een verhaal. Het dressoir was van mijn ouders, mijn vader heeft het opgeknapt en een foto van ons gezin tussen het blad verstopt. Een paar van onze eetstoelen had het Kennemer Gasthuis over, op Marktplaats vond ik er nog vier bij. Met het vloerkleed heb ik meest: ik kreeg het van mijn man bij de geboorte van ons eerste kind. Het is nieuw geknoopt, met de kleuren van ons huis, paars en groen. Die kleuren zijn trouwens wel meegekomen vanuit mijn studentenkamer. Wat dat betreft ben ik standvastig.”

Brechje is recent afgestudeerd als uroloog. Ze heeft nog geen vast werk, hoopt in Den Haag een baan te vinden. Haar man werkt in Leiden, ook als uroloog. “Op termijn verhuizen we dus misschien richting Den Haag. Met pijn in ons hart, maar een huis met een bad en een tuin zou ook wel mooi zijn.”

Brechje Ronkes