Foto: Eigen beeld

'Het is gek dat intelligente mensen meer worden gewaardeerd'

Marjolein de Jong17 May 2021

Renée van Schoonhoven, hoogleraar onderwijsrecht, blikt terug op een drietal talkshows waaruit aanbevelingen voor beter onderwijs zijn gedaan. “Het is ridicuul dat we diploma’s zien als een waardering van iemands inzet.”

De talkshows werden georganiseerd vanuit het Kuyperjaar vanuit de vraag welke rol het onderwijs in onze samenleving 100 jaar na het overlijden van VU-stichter Abraham Kuyper heeft en hoe we deze rol het beste kunnen invullen. De aanbevelingen dienen als ondersteuning bij de discussie over artikel 23 uit de Grondwet, die de vrijheid van onderwijs garandeert.

U houdt zich als wetenschapper al lang bezig met onderwijsvraagstukken. Bent u nog verrast door de uitkomsten van de gevoerde discussies?

„Zeker. Kamel Essabane bracht in de eerste bijeenkomst over burgerschap naar voren dat we moeten oppassen vanuit welk referentiekader je burgerschapsonderwijs beoordeelt. We zijn in Nederland snel geneigd om de meer orthodoxe varianten als abnormaal te beschouwen. Dat is gek als je erover nadenkt. Misschien is jouw eigen levensvisie wel niet orthodox, maar dat betekent niet dat het orthodoxe standpunt per definitie afwijkend is. De vanzelfsprekendheid waarmee we orthodoxe perspectieven als afwijkend beschouwen, vond ik een opvallend gezichtspunt dat ik de komende jaren zeker meeneem."

Kunt u een concreet voorbeeld noemen van zo’n orthodox perspectief? 

„Neem nu de man-vrouwverhoudingen. Het is lange tijd in protestant-christelijke hoek zo geweest dat er werd gezegd dat de vrouw thuis moest blijven, kinderen moest krijgen en opvoeden en dat was het verder wel. De man zorgde voor het inkomen en was de leider van het gezin. Kijk, het is niet mijn geloof maar zo’n opvatting mag er – lettend op vrijheid van geloofsovertuiging – wel zijn. Op het moment dat je zegt: dat is raar, dus ik wil niet met jou praten, dan kom je ook niet verder met elkaar. Dat opvattingen voor jou persoonlijk over het randje gaan, betekent niet dat je je moet afwenden voor een goed gesprek daarover."

Welk gesprek moet absoluut nog gevoerd worden naar aanleiding van de aanbevelingen?

„Dat borduurt voort op het punt van Louise Elffers, die naar voren bracht dat we met ons onderwijsbestel varen op het meritocratische ideaal. Dat geeft de suggestie dat ieder kind zijn best doet en op een gegeven moment krijgt wat hij of zij verdient. Hoe je eruit komt en met welk diploma is een uitdrukking van hoe je hebt gepresteerd in dat onderwijsbestel. Als je een vmbo-diploma hebt gehaald, dan heb je het dus minder goed gedaan dan iemand met een vwo-diploma. Dat is niet zo. Die vmbo'er doet net zo goed zijn best als die vwo'er."

Renée


„We zijn maatschappelijk gezien geneigd diploma’s te zien als een waardering van iemands inzet. Dat is ridicuul. Niet iedereen komt met dezelfde bagage en omstandigheden in het leven. Het is gek dat intelligente mensen meer worden gewaardeerd. Iemand met een IQ van 120 heeft meer aanzien dan iemand met een IQ van 80. Daar kan het onderwijsbestel niet zoveel aan doen, maar het is wel belangrijk dat het niet doorsijpelt in het onderwijsbestel en in de communicatie richting leerlingen."

Past in deze gedachte ook de aanbeveling dat de aandacht van docenten ongelijk verdeeld moet worden?

„Absoluut. De mensen met de meeste intelligentie krijgen het langst onderwijs en dat wordt gegeven door de hoogst opgeleide leraren. Wat mij betreft draaien we het om. Probeer academisch opgeleide leraren juist in het praktijkonderwijs in te zetten en kijk wat voor effect dat kan hebben."

Hoe passen de aanbevelingen in het gedachtegoed van Kuyper?

„Kuyper was iemand die vrij activistisch was en openstond voor de meningen van anderen. Het liefst betrok hij iedereen bij discussies. Ook ging hij heftig met zijn tegenstanders in gesprek via columns, brieven en politiek. Ik denk dat hoe we tot de aanbevelingen zijn gekomen goed past in zijn traditie. En we zijn nog niet klaar. Het is gebleken dat er nog controverses zijn rondom de thema’s, dus we moeten nog met elkaar in gesprek. Anders kom je alsnog geen stap verder."

Wat heeft ervoor gezorgd dat onderwijs uw onderzoeksgebied is geworden?

„Ik denk dat ik nooit ben afgekickt van onderwijs. Onderwijs is een heel belangrijke functie in de samenleving die draait om kinderen. Kinderen moeten adequaat worden opgevoed en voldoende meekrijgen om hun verdere leven goed te kunnen volgen. Er hangt zoveel van onderwijs af."

„Ook heeft een voorval tijdens mijn studie sociologie in Rotterdam in de jaren tachtig meegespeeld. Een goede docent werd ontslagen omdat hij volgens de academische standaard te weinig publiceerde. Hier waren we als studenten erg boos over. Bij mij bleef die boosheid, totdat een van mijn medestudenten zei: ‘Als je zo boos blijft, dan moet je er maar wat mee doen.’ Vanaf toen ben ik mij met het onderwijs gaan bemoeien. Je kunt stellen dat dat iets uit de hand is gelopen."