Foto: Yvonne Compier en Caren Huygelen (rechterfoto)

Geschiedenis: 1 studie, 3 banen

Floor Schrijvers7 April 2016

Inmiddels zijn er wel 100.000 VU-alumni. Waar komen zij na hun studie terecht? In deze rubriek portretteren we maandelijks drie alumni die dezelfde opleiding deden. Deze keer: geschiedenis.

MARJOLEIN SCHENKEL (1974), AFGESTUDEERD IN 2001
‘Ik heb me nooit zorgen gemaakt over wat ik ermee kon worden’
Marjolein Schenkel

Hoe kwam je vanuit je geschiedenisstudie in de HR terecht? “Tijdens de laatste jaren van mijn studie had ik een bijbaan bij het Maurits Binger Film Instituut in Amsterdam. Hier had ik een administratieve functie, maar ik hield me ook bezig met personeelszaken. Mensen aannemen vond ik leuk en lag me goed, dus sindsdien ben ik HR blijven doen. Sinds een half jaar geef ik leiding aan een team HR-adviseurs bij Servicecentrum Drechtsteden in Dordrecht.”

Doe je ook nog iets met geschiedenis? “Ja, ik heb me naast mijn werk ook altijd met geschiedenis beziggehouden.Zo heb ik een boek geschreven over de jodenvervolging in Twente. Ik koos geschiedenis omdat dat het allerleukste vak is. Ik heb me nooit zorgen gemaakt over wat ik ermee kon worden. Op de middelbare school wist ik: ik ga op kamers in Amsterdam en ik ga geschiedenis studeren.”

Welke vakken waren doorbijten? “Met oude geschiedenis, zoals archeologie of de middeleeuwen, had ik niet zo veel. Ik vond het soms lastig me in te leven in gebeurtenissen die zo ver terug liggen. Ik houd vooral van moderne geschiedenis, waarvan je de gevolgen nog terugziet in de wereld van vandaag.”

Hoe zag het op kamers wonen eruit? “Ik ben als student veel verhuisd. Mijn laatste drie kamers waren in De Pijp, waar ik nu nog steeds woon. Dat is echt mijn buurt geworden. Ik ging veel uit, maar zeker niet alleen in Amsterdam. Mijn vrienden woonden verspreid over Nederland, waardoor ik de ene week ging stappen in Utrecht en de andere in Leiden of Delft.”

ERIK SOMERS (1958), AFGESTUDEERD IN 1986
‘De VU met zijn grauwe gebouwen en koffiepunten ontvluchtte ik zo vaak mogelijk’
Erik Somers

Wat doe je bij het NIOD“Ik ben onderzoeker en houd me vooral bezig met hoe het verhaal van de oorlog een breed publiek bereikt. Zo werk ik met musea samen bij het presenteren van hun collectie, op een manier die ook jongere generaties aanspreekt. De tentoonstelling ‘Koloniale Oorlog 1945-1945 – Gewenst en ongewenst beeld’, nu te zien in het Verzetsmuseum in Amsterdam, heb ik mede ontworpen.” 

Hoe kwam je hier terecht? “Via mijn docent geschiedenis op de middelbare school. Ik had een goede band met hem en hij bezorgde me een baan als werkstudent bij het NIOD. Hier wilde ik later graag werken, dus ik was meteen op de plek van mijn droombaan.”

Had je ook zo’n goede band met een VU-docent? “Jazeker, Gjalt Zondergeld spreek ik nog steeds. Hij was destijds docent nieuwste geschiedenis. Een heel bevlogen man. Ook was hij heel progressief, wat begin jaren tachtig op de VU behoorlijk bijzonder was. Hij nam studenten elk jaar mee naar de IJzerbedevaart in Diksmuiden, waar Vlaamse slachtoffers van de Eerste Wereldoorlog worden herdacht. Destijds trok deze bedevaart veel neofascististen aan. Gjalt wilde zo laten zien hoe het verleden misbruikt kan worden. Nu is hij gepensioneerd, maar hij doet nog steeds onderzoek en vraagt me regelmatig om advies. Eigenlijk zijn de rollen nu dus omgedraaid.”

Hoe was je studentenleven? “Ik vond het wereldje van Uilenstede en de studieverenigingen maar benauwend. Een erg geïsoleerde samenleving. Daarom was ik zielsgelukkig dat ik daar niet hoefde te wonen en een kamer in de Jordaan kon vinden. De VU met zijn grauwe gebouwen en koffiepunten ontvluchtte ik zo vaak mogelijk. Met mijn studievrienden ging ik uit in de stad, waar we onze favoriete kroegen en cafés ontdekten, zoals de Engelbewaarder en De Tuin.”

MARIJKE BRUGGEMAN (1949), AFGESTUDEERD IN 1976
‘Wat als de kluis ineens dicht zou vallen en iedereen me zou vergeten?’
Marijke Bruggeman

Je kwam vrij snel na je studie weer op de VU terecht als docent. Hoe ging dat? “Toen ik geschiedenis studeerde, waren we met maximaal tien, vijftien studenten per jaar. Dat aantal ging na mijn afstuderen snel omhoog, waardoor er een docententekort ontstond. De VU heeft toen een aantal pas afgestudeerden aangenomen die intussen een specifieke ervaring hadden opgedaan, zoals ik op de archiefschool. We waren een jonge lichting docenten.”

Wat doe je nu? “Na mijn vertrek bij de VU in 2007ben ik zzp’er geworden. Nu help ik particulieren en organisaties met het beheren van hun archief. Daarnaast schrijf ik een boek over Maria Louise van Hessen-Kassel, de vrouw van de Friese stadhouder Johan Wilem Friso. Een interessante vrouw, die weduwe werd toen Friso op 23-jarige leeftijd verdronk en vervolgens aantrad als regentes in Friesland, terwijl ze nog maar anderhalf jaar in Nederland woonde.”

Wat blijft je altijd bij van je studie? “Voor het vak economie deed ik archiefonderzoek bij het bedrijf Stork in Hengelo. Dit archief zat in een kluis in de feestzaal van Stork. Een heel bijzondere plek om te werken, maar ook eng: wat als de kluis ineens dicht zou vallen en iedereen me zou vergeten? Ook heel bijzonder vond ik het eerste archiefonderzoek dat ik deed, op het Algemeen Rijksarchief in Den Haag. Hier onderzocht ik de boekhouding van een slavenplantage. Het boek stonk, omdat het uit de tropen kwam en er zat zelfs nog een dood vliegje tussen de pagina’s. Dan realiseer je je dat ruim een eeuw geleden iemand anders dit boek in handen heeft gehad, en komt de geschiedenis heel dichtbij.”